jurisprudentie brv art 853-984

ECLI-NL-RBOBR-2017-5125

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2017:5125

Inhoudsindicatie:

Kort geding. Beslag op en bewaring ex art. 709 Rv van het paard K-CLASS Z. Partijen zijn het erover eens dat ‘bewaring’ in casu ook inhoudt het trainen van alsmede het deelnemen aan wedstrijden door het paard, nu het gaat om een professioneel wedstrijdpaard dat zijn waarde verliest als het niet traint en niet op wedstrijden wordt uitgebracht. Het is op grond van art. 856 Rv jo art. 7:602 BW en art. 7:603 BW (in beginsel) aan de bewaarder om de wijze waarop het paard getraind wordt te bepalen en te beslissen op welke wedstrijden het paard wordt uitgebracht en door welke ruiter het wordt bereden. In een procedure tegen de beslaglegger kan de beslagene met betrekking tot de wijze waarop de bewaarder het paard dient te “bewaren” geen vorderingen geldend maken.

Vindplaats(en): Rechtspraak.nl

ECLI-NL-RBARN-2007-BC0978

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBARN:2007:BC0978

Inhoudsindicatie:

Gerechtelijke bewaarneming

RO. 5.2.

De als productie 1 bij antwoord overgelegde algemene voorwaarden van de Hiswa hebben volgens het opschrift ervan betrekking op de huur en verhuur van lig- en/of bergplaatsen (voor vaartuigen en aanverwante artikelen). De overeenkomst tot huur en verhuur van een ligplaats is naar haar aard niet op een lijn te stellen met de overeenkomst van bewaarneming. De hoofdverplichting van de verhuurder is immers een ligplaats ter beschikking te stellen, terwijl de bewaarnemer primair is belast met de zorg voor de in bewaring te geven zaak.

De stelling van [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak/eiser in de vrijwaring] komt er in feite op neer dat het karakter van bewaarneming aan de gerechtelijke bewaring is ontvallen omdat [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak/eiser in de vrijwaring] gewoonlijk op basis van de Hiswa-voorwaarden, die zien op huur en verhuur van ligplaatsen, contracteert. Die stelling gaat niet op. De bepaling van artikel 856 lid 1 Rv, dat de gerechtelijke bewaring geschiedt op de voorwaarden die door de bewaarder gewoonlijk voor zaken van dezelfde soort worden overeengekomen, brengt niet met zich dat aan de gerechtelijke bewaring door die voorwaarden het karakter van bewaarneming geheel wordt ontnomen en dat de bewaarder niet gehouden zou zijn zorg voor de in bewaring gegeven zaak te betrachten. Daar komt bij dat uit artikel 7 lid 4 van de Hiswa-voorwaarden slechts volgt dat voor bepaalde werkzaamheden aan de boten toestemming van de verhuurder nodig is, zonder dat daarin is bepaald bij wie de zorg voor die boten rust. Over de inhoud van de zorgplicht bepalen die voorwaarden niets.

Vindplaats(en): Rechtspraak.nl

ECLI-NL-GHSHE-1999-AD3070

Deze uitspraak is niet gepubliceerd op Rechtspraak.nl.

Hieronder treft u wel een inhoudsindicatie aan van het gewezen arrest.

Inhoudsindicatie:

Gerechtelijke bewaring. Onrechtmatig handelen van bewaarder jegens beslagene. De beslagene verwijt aan Boreas dat zij haar verplichtingen als gerechtelijke bewaarder jegens hem heeft verzaakt door in beslag genomen computerbestanden aan de beslaglegger ter inzage te geven. Het standpunt van Boreas dat tussen haar als gerechtelijk bewaarder en de beslaglegger als "bewaargever" een contractuele band bestaat waaraan de beslagene jegens haar geen aanspraken kan ontlenen, miskent de bijzondere positie van de gerechtelijke bewaarder. In het geval van een gerechtelijke bewaring is sprake van een conflictsituatie tussen de beslaglegger en de beslagene. Dit reeds impliceert dat de bewaarder ook de belangen van de beslagene moet respecteren, hetgeen betekent dat hij ook de beslaglegger niet tot het beslagene dient toe te laten.

Vindplaats(en): NJ 2000, 399