ter zake dienstig art 0768-0770c

De hier opgenomen wetsartikelen, opmerkingen en eventuele toelichtingen kunnen, naast de artikelen van deze afdeling, ter zake dienstig zijn bij het in de praktijk brengen van een wetsartikel.

Boek 3, titel 4, afdeling 9 BRv – van middelen tot bewaring van zijn recht op goederen van de gemeenschap oftewel maritaal beslag

De conceptexploten in afdeling 6 van titel 4 in boek 3 BRv (art. 718 – art 723 BRv) kunnen hier met een kleine aanpassing eveneens gebruikt worden. De conservatoire beslagen als bedoeld in deze afdeling kunnen slechts gelegd worden in verband met een verzoek tot opheffing van de tussen beide echtgenoten c.q. partners bestaande goederengemeenschap, tot echtscheiding dan wel tot scheiding van tafel en bed c.q. de ontbinding van het geregistreerd partnerschap.

Een conservatoir beslag als hier bedoeld kan slechts gelegd worden als er een hoofdzaak aanhangig is of spoedig aanhangig gemaakt zal worden. Als hoofdzaak geldt het verzoek tot opheffing van de gemeenschap respectievelijk tot echtscheiding, tot scheiding van tafel en bed of tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap.

Op het beslag zijn de bepalingen betreffende conservatoir beslag tot verhaal van een geldvordering van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat geen vermelding van een bedrag wordt vereist.

Art 768 BRv

lid 1 …

lid 2 …

lid 3 Tot het leggen van conservatoir beslag verleent de voorzieningenrechter slechts verlof indien de verzoeker aantoont dat er gegronde vrees voor verduistering van de goederen der gemeenschap bestaat.

Art 770 BRv

lid 1 Indien het beslag is gelegd onder een derde, is deze verplicht verklaring te doen van de vorderingen en zaken die door het beslag zijn getroffen. De artikelen 475-477 a zijn van overeenkomstige toepassing.

lid 2 De derde voldoet op verlangen van de deurwaarder aan zijn verplichtingen tot voldoening, afgifte of terbeschikkingstelling van de uit te keren gelden, zaken of goederen, naar gelang dit voor de afwikkeling van de verdeling van de gemeenschap nodig is.

De artikelen 704, eerste lid , 715, derde lid , 722 , 723 en 724, derde lid , zijn niet van toepassing.

Let op de termijn en de eventuele sanctie als genoemd in artikel 721 als de eis in de hoofdzaak na het beslag wordt ingesteld.

Artikel 770 lid 1 BRv verklaart art 475-477a BRv van overeenkomstige toepassing waarmee art 476b BRv dus ook van kracht wordt (verklaring dient te worden gericht aan deurwaarder die beslag heeft gelegd dan wel tot de advocaat die namens de beslaglegger optreedt). Echter bepaald art 770 lid 2 BRv dat de derde op verlangen van de deurwaarder aan zijn verplichting dient te voldoen zodat hieruit geconcludeerd kan worden dat bij maritaal beslag alleen aan de deurwaarder verklaard dient/kan worden.

Art 1:93 BW

Van het ogenblik der voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege algehele gemeenschap van goederen, voor zover daarvan bij huwelijkse voorwaarden niet is afgeweken.

Art 1:114 BW

Huwelijkse voorwaarden kunnen zowel door aanstaande echtgenoten vóór het sluiten van het huwelijk als door echtgenoten tijdens het huwelijk worden gemaakt.

Art 1:123 BW

Wanneer bij huwelijkse voorwaarden een gemeenschap van vruchten en inkomsten is overeengekomen, gelden de artikelen 124-127 van dit boek, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk of door de aard der bedingen is afgeweken.

Art 1:128 BW

Wanneer bij huwelijkse voorwaarden is overeengekomen dat er gemeenschap van winst en verlies zal bestaan, zijn de artikelen 124-126 van dit boek van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk of door de aard der bedingen is afgeweken