jurisprudentie AVG

ECLI-NL-RBMNE-2019-3653

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2019:3653

Inhoudsindicatie:

Informatieverzoek van deurwaarder aan een derde op grond van artikel 475g lid 3 Rv. Aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad. Mag de derde een (gedeeltelijk) afschrift van de executoriale titel verlangen?

RO 3.13

Vanuit het oogpunt van minimale gegevensverwerking, eenvoud en doelmatigheid kan de deurwaarder volstaan met de verstrekking van beperkte gegevens die de derde in staat stellen te controleren of de deurwaarder bevoegd is tot de bevraging als bedoeld in artikel 475g lid 3 Rv. Wanneer de gegevens zijn verstrekt die de deurwaarder in dit geval heeft verstrekt, zoals onder 2.2 weergegeven, dan mag en moet de derde, mede omdat de deurwaarder een aan tuchtrecht onderworpen openbaar ambtenaar is, op de juistheid van die gegevens varen.

RO 3.14.

Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de Volksbank jegens Hoist Finance onrechtmatig heeft gehandeld door de op grond van artikel 475g lid 3 Rv gevraagde gegevens niet aan de deurwaarder te verstrekken. Daarbij geldt dat de gegevens die de Volksbank uit de eerste en de laatste pagina van het veroordelend vonnis had kunnen afleiden, haar al bekend waren uit wat de deurwaarder haar per brief had medegedeeld. Dat geldt weliswaar niet voor de hoogte van het bedrag tot betaling waarvan [A] was veroordeeld, maar die kennis had de Volksbank ook niet nodig om te kunnen toetsen of zij aan haar AVG-verplichtingen voldeed. Het gaat hier dus niet om ontbrekende kennis aan de zijde van de Volksbank maar om de vraag of wat de deurwaarder heeft medegedeeld, juist is. Daarvan moet nu juist – op grond van zijn beroepspositie – worden uitgegaan.

Vindplaatsen: Rechtspraak.nl; NJF 2019/487; JBP 2019/114; Prg. 2019/267