ter zake dienstig art 0125-0135

De hier opgenomen wetsartikelen, opmerkingen en eventuele toelichtingen kunnen, naast de artikelen van deze afdeling, ter zake dienstig zijn bij het in de praktijk brengen van een wetsartikel.

Algemeen:

Een conclusie is volgens het Landelijk Rolreglement voor de civiele rol bij de rechtbanken een processtuk dat verder op de inhoud van het geschil gaat.

Excepties zijn die verweren die ertoe strekken dat de rechter o.g.v. de regels van processuele aard niet aan een beoordeling van de rechtsbetrekking in een geschil zelf toekomt.

Principaal verweren hebben betrekking op de materiële rechtsbetrekking in een geschil

Art 11 BRv

Het verweer dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft, wordt in zaken die bij dagvaarding moeten worden ingeleid op straffe van verval van het recht daartoe gevoerd vóór alle weren ten gronde.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 125 BRv:

Art 125 BRv

lid 1 Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding.

lid 2 Het exploot van dagvaarding wordt door de eiser ter griffie ingediend uiterlijk op de laatste dag waarop de griffie is geopend, voorafgaande aan de in de dagvaarding vermelde roldatum.

lid 3 Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen de eiser een exploot van dagvaarding elektronisch kan indienen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een exploot van dagvaarding elektronisch kan worden ingediend, alsmede over de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van het elektronisch indienen van het exploot van dagvaarding. Een door de griffie gewaarmerkt afschrift van het elektronisch ingediende exploot van dagvaarding, geldt in de procedure als het in het tweede lid bedoelde exploot van dagvaarding.

lid 4 De griffier schrijft de zaak in op de rol van een enkelvoudige kamer.

lid 5 De aanhangigheid van het geding vervalt indien het exploot van dagvaarding niet uiterlijk op het in het tweede lid vermelde tijdstip ter griffie is ingediend, tenzij binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een geldig herstelexploot is uitgebracht.

Art 127 BRv

lid 1 Indien de in artikel 125, tweede lid , bedoelde indiening ter griffie van het exploot van dagvaarding niet tijdig heeft plaats gehad, is de gedaagde bevoegd, onder overlegging van het exploot van dagvaarding, de zaak op de rol te laten inschrijven.

lid 2 Indien de gedaagde van zijn in het eerste lid bedoelde bevoegdheid gebruik maakt, is hij tevens bevoegd, te vorderen dat hij van de instantie wordt ontslagen met veroordeling van de eiser in de kosten. In dat geval biedt de rechter gedurende een door hem te bepalen termijn aan de eiser gelegenheid om hetzij op de voet van artikel 123, eerste lid, advocaat te stellen, hetzij bij akte te verklaren dat hij wenst voort te procederen. Indien de eiser van deze gelegenheid geen gebruik maakt, wordt de vordering toegewezen.

lid 3 Indien de gedaagde een vroegere roldatum heeft aangezegd en het exploot van aanzegging niet tijdig ter griffie heeft ingediend, blijft de oorspronkelijke, in het exploot van dagvaarding vermelde roldatum gehandhaafd.

Let erop dat de oorspronkelijke dagvaarding wel gehandhaafd blijft.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 126 BRv:

Het verkorten van de dagvaardingstermijn als genoemd in dit artikel wordt ook wel anticipatie genoemd.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 128/130 BRv:

Art. 2.1 LR-kn

Conclusies en akten worden genomen ter terechtzitting, dan wel door indiening ter griffie uiterlijk op de dag voorafgaande aan de roldatum1

Art. 2.2 LR-kn

De door partijen ingediende conclusies en akten worden ondertekend door henzelf of hun gemachtigde. De rechter biedt gelegenheid bij niet ondertekende conclusies en akten alsnog aan dit voorschrift te voldoen. Bij indiening van conclusies en akten per fax wordt het originele exemplaar onverwijld nagezonden2

Art. 2.3 LR-kn

Overlegging volmacht De rechter vraagt van een gemachtigde overlegging van een schriftelijke volmacht, zo dikwijls als hem dit wenselijk voorkomt. Overlegging van een machtiging wordt niet verlangd van advocaten, procureurs en deurwaarders.

Art. 2.4 LR-rb

Conclusies en akten3 worden in enkelvoud ingediend. De partij die een conclusie of akte indient, zorgt voor gelijktijdige toezending of terhandstelling aan de wederpartij van een kopie daarvan en, indien van toepassing, van de daarbij behorende producties.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 128 lid 4 BRv:

Art 4:185 BW

lid 1 Gedurende drie maanden na het overlijden van de erflater kan op goederen van een nalatenschap die niet door alle erfgenamen zuiver is aanvaard, geen verhaal worden genomen, tenzij de schuldeiser hiertoe ook in geval van faillissement van de erflater had kunnen overgaan.

lid 2 Gedurende die tijd kan de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende de maatregelen voorschrijven die hij in diens belang nodig acht.

lid 3 De termijn kan voor de afloop daarvan door de kantonrechter ten aanzien van bepaalde schuldeisers een of meer malen op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd. De verlenging wordt in het boedelregister ingeschreven.

Art.225 BRv

lid 1 Gronden voor schorsing van het geding zijn:

a. de dood van een partij;

b. verandering van de persoonlijke staat van een partij;

c. het ophouden van de betrekkingen waarin een partij het geding voerde, hetzij ten gevolge van rechtsopvolging onder algemene titel op een ander, hetzij door een andere oorzaak.

lid 2 Schorsing vindt plaats door betekening van de ingeroepen grond voor de schorsing aan de wederpartij dan wel door een daartoe strekkende akte ter rolle. Bij gebreke hiervan wordt het geding op naam van de oorspronkelijke partij voortgezet.

lid 3 Alle proceshandelingen, verricht nadat de schorsing is ingetreden, zijn nietig.

lid 4 Schorsing kan niet meer plaatsvinden nadat de dag is bepaald waarop het vonnis zal worden uitgesproken.

Art 1:103 BW

lid 1 Ieder der echtgenoten heeft het recht van de gemeenschap afstand te doen; alle daarmede strijdige overeenkomsten zijn nietig.

lid 2 Het deel der gemeenschap waarvan afstand wordt gedaan, wast aan bij het deel van de andere echtgenoot.

lid 3 De echtgenoot die afstand heeft gedaan, kan uit de gemeenschap niets terugvorderen dan alleen zijn bed met bijbehorend beddegoed en de kleren die hij voor zijn persoonlijk gebruik nodig heeft. Hij kan de papieren en gedenkstukken, tot zijn familie behorende, tegen de geschatte prijs overnemen.

lid 4 Door deze afstand wordt hij ontheven van de aansprakelijkheid en de draagplicht voor schulden der gemeenschap, waarvoor hij vóór de ontbinding der gemeenschap niet aansprakelijk was.

lid 5 Hij blijft aansprakelijk voor de schulden der gemeenschap, waarvoor hij vóór de ontbinding der gemeenschap aansprakelijk was. Indien hij een schuld, waarvoor beide echtgenoten vóór de ontbinding der gemeenschap voor het geheel aansprakelijk waren, voor meer dan de helft heeft voldaan, heeft hij voor het meerdere verhaal tegen de andere echtgenoot.

lid 6 Indien de andere echtgenoot een schuld der gemeenschap, waarvoor hij vóór de ontbinding der gemeenschap niet aansprakelijk was, geheel of ten dele heeft voldaan, heeft hij deswege verhaal tegen de echtgenoot die de afstand heeft gedaan. Heeft hij een schuld, waarvoor beide echtgenoten vóór de ontbinding der gemeenschap voor het geheel aansprakelijk waren, voor meer dan de helft voldaan, dan heeft hij voor het meerdere verhaal tegen de echtgenoot die de afstand heeft gedaan.

Art 1:104 BW

lid 1 De echtgenoot die van het bij het vorige artikel omschreven voorrecht wil gebruik maken, is verplicht binnen drie maanden na de ontbinding der gemeenschap een akte van afstand te doen inschrijven in het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116 van dit boek, op verbeurte van dit voorrecht.

lid 2 Indien de gemeenschap door de dood van de andere echtgenoot wordt ontbonden, begint de termijn van drie maanden te lopen op de dag waarop de echtgenoot die van het voorrecht wil gebruik maken, van dat overlijden kennis heeft genomen. Indien de gemeenschap door opheffing of door scheiding van tafel en bed is ontbonden, eindigt de termijn drie maanden nadat de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 132 BRv:

Art. 19 BRv

De rechter stelt partijen over en weer in de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, een en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Bij zijn beslissing baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.

1Bij indiening per fax laat art. 33 BRv. voldoende ruimte om een indiening in het weekend (tot zondag 24.00 uur) nog als tijdig voor de rolzitting van maandag te beschouwen.

2Het voorschrift van art. 83 BRv. biedt ruimte om alsnog aan het voorschrift te voldoen, indien het gebrek wordt gesignaleerd. Het voorschrift van lid 2 vloeit voort uit art. 83 Rv. en richt zich tot partijen; de rechter kan aan niet-naleving de consequenties verbinden die hem geraden voorkomen.

3 Een akte is volgens het Landelijk Rolreglement voor de civiele rol bij de rechtbanken een processtuk dat een korte mededeling bevat terwijl een conclusie een processtuk is dat verder op de inhoud van het geschil gaat.