ter zake dienstig art 0111-0124

De hier opgenomen wetsartikelen, opmerkingen en eventuele toelichtingen kunnen, naast de artikelen van deze afdeling, ter zake dienstig zijn bij het in de praktijk brengen van een wetsartikel.

Algemeen:

Een opsomming van de geldende dagvaardingstermijnen:

art. 114 BRv één week (normale termijn)

art. 115 BRv lid 1 vier weken (geen woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel in verdragstaat)

art. 115 BRv lid 2 drie maanden (geen woon- of verblijfplaats in Nederland noch in verdragstaat)

art. 115 BRv lid 3 één week (in persoon (zonder bekende woon- of verblijfplaats)

art. 117 BRv termijn wordt door de rechter bepaald (verkorte termijn)

art. 254 BRv lid 2 de Voorzieningenrechter bepaalt dag en uur (kort geding)

Art. 1 ATW

lid 1 Een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

lid 2 Het vorige lid geldt niet voor termijnen, bepaald door terugrekening vanaf een tijdstip of een gebeurtenis.

Art. 2 ATW

Een in een wet gestelde termijn van ten minste drie dagen wordt, zo nodig, zoveel verlengd, dat daarin ten minste twee dagen voorkomen die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zijn.

Art. 3 ATW

lid 1 Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei.

lid 2 Voor de toepassing van deze wet wordt de Goede Vrijdag met de in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld.

lid 3 Wij kunnen bepaalde dagen voor de toepassing van deze wet met de in het eerste lid genoemde gelijkstellen. Ons besluit wordt in de Nederlandse Staatscourant openbaar gemaakt.

Art. 4 ATW

Deze wet geldt niet voor termijnen:

a. omschreven in uren, in meer dan 90 dagen, in meer dan twaalf weken, in meer dan drie maanden, of in een of meer jaren;

b. betreffende de bekendmaking, inwerkingtreding of buitenwerkingtreding van wettelijke voorschriften;

c. van vrijheidsbeneming.

Art. 1077 BRv (Algemene slotbepaling)

lid 1 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijn gesteld in de artikelen 443, eerste lid, eerste zin, en 479g, tweede lid.

lid 2 Voor de toepassing van de Algemene termijnenwet worden de termijnen, gesteld in de artikelen 114 tot en met 116, als termijnen in de zin van artikel 1, tweede lid, van die wet aangemerkt.

lid 3 Onder algemeen erkende feestdagen worden in dit wetboek verstaan de in artikel 3 van de Algemene termijnenwet als zodanig genoemde en de bij of krachtens dat artikel daarmede gelijkgestelde dagen.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 111 BRv:

Art. 6 EVRM

lid 1 Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft een ieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd, gedurende de gehele terechtzitting of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of nationale veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privéleven van procespartijen dit eisen of, in die mate als door de rechter onder bijzondere omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer de openbaarheid de belangen van een behoorlijke rechtspleging zou schaden.

lid 2 Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.

lid 3 Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft in het bijzonder de volgende

rechten:

a.onverwijld, in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging;

b. te beschikken over de tijd en faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van zijn verdediging;

c. zich zelf te verdedigen of daarbij de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze of, indien hij niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan, indien de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit eisen;

d. de getuigen à charge te ondervragen of doen ondervragen en het oproepen en de ondervraging van getuigen à décharge te doen geschieden onder dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge;

e. zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal, die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt.

Art. 21 BRv

Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.

Art. 24 BRv

De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit.

Art. 25 BRv

De rechter vult ambtshalve de rechtsgronden aan.

Art 1 t/m 14 BRv

de rechtsmacht van de Nederlandse rechter wordt beheerst door deze artikelen.

Art 119 BRv

lid 1 De termijn van dagvaarding vangt aan op de dag, volgend op die waarop het exploot is uitgebracht. Wordt de dagvaarding gedaan met toepassing van artikel 56 , dan vangt de termijn van dagvaarding aan op de dag, volgend op de datum van verzending als bedoeld in het tweede lid, onder a, van dat artikel.

lid 2 Bij het bepalen van de termijn van dagvaarding wordt de roldatum niet meegerekend.

Bij welke rechter een procedure moet dienen wordt bepaald in de artikelen 99 – 110

- Art 99 BRv - Basis: de rechter van de woonplaats van de gedaagde (bij gebreke van woonplaats in Nederland is het de rechter waar hij werkelijk verblijft)

- Art 100 BRv - Arbeidszaken, agentuurovereenkomsten, cao-overeenkomsten: de rechter van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht of verricht is

- Art 101 BRv - Consumentengeschil: de rechter van de woonplaats/werkelijk verblijf van de consument

- Art 102 BRv - Onrechtmatige daad: de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan

- Art 103 BRv - Onroerende zaak: de rechter binnen wiens rechtsgebied de zaak of het grootste gedeelte ervan is gelegen

- Art 103 tweede zin BRv - Uitsluitend bevoegd: huur van woonruimte en/of bedrijfsruimte: de rechter binnen wiens rechtsgebied het gehuurde of het grootste gedeelte daarvan is gelegen

- Art 104 BRv - Nalatenschap: de rechter van de laatste woonplaats van de overledene

- Art 105 BRv - Rechtspersonen: de rechter van de woonplaats of plaats van vestiging van vennootschap of rechtspersoon

- Art 106 BRv - Faillissement/surceance van betaling/schuldsanering: de rechtbank waaruit de rechter-commissaris is benoemd of die waar over het verzoek tot verlenen van surceance heeft gediend

- Art 107 BRv - Gezamenlijke gedaagden: de rechter van een van de woonplaatsen van één van de gedaagden

- Art 108 BRv - Bij overeenkomst aangewezen: de rechter die bij overeenkomst is overeengekomen

- Art 109 BRv - Woonplaats eiser: indien het hierboven genoemde geen rechter aanwijst dan is het de rechter van de woonplaats van de eiser, bij gebreke daarvan wordt het die in Den Haag

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 117 BRv:

De tweede volzin van artikel 117 BRv bepaalt dat als het verzoek, als bedoeld in dit artikel, wordt verleend het toegestane gerelateerd dient te worden aan de kop van het dagvaardingsexploot. Een mogelijke tekst zou als volgt kunnen luiden:

Krachtens verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank … van ..-..-.... . wordt aan verzoekster toestemming verleend om op verkorte termijn te dagvaarden als in onderstaand exploot omschreven mits de dagvaarding uiterlijk op ..-..-.... wordt betekend.

Dit exploot zal voornamelijk uitkomst bieden voor verkorting van de termijnen als genoemd in art. 115 BRv en art 116 BRv.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 118 BRv:

Artikel 6 Wet griffierechten burgerlijke zaken

lid 1 Van een derde die overeenkomstig artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als partij in het geding wordt opgeroepen en naar aanleiding daarvan verschijnt, wordt een gelijk bedrag aan griffierecht geheven als van de gedaagde.

lid 2 De derde, bedoeld in het eerste lid, is het griffierecht verschuldigd vanaf zijn verschijning in het geding en zorgt dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient dan wel ter griffie is gestort.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 120 lid 2/121 BRv:

Art 122 BRv

lid 1 Verschijnt de gedaagde in het geding, of komt hij, na bij verstek te zijn veroordeeld, in verzet, en beroept hij zich op de nietigheid van het exploot van dagvaarding, dan verwerpt de rechter dat beroep indien naar zijn oordeel het gebrek de gedaagde niet onredelijk in zijn belangen heeft geschaad.

lid 2 De rechter kan echter in dit geval, zo daartoe gronden zijn, het herstel van het gebrek op kosten van de eiser bevelen.