ter zake dienstig art 0765-0767

De hier opgenomen wetsartikelen, opmerkingen en eventuele toelichtingen kunnen, naast de artikelen van deze afdeling, ter zake dienstig zijn bij het in de praktijk brengen van een wetsartikel.

Boek 3, titel 4, afdeling 8 BRv – vreemdelingenbeslag

De conceptexploten in de afdelingen 1 tot en met 7 van titel 4 in boek 3 BRv kunnen hier met een kleine aanpassing eveneens gebruikt worden.

Er kan beslag gelegd worden ten laste van een schuldenaar die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft op alle goederen (zaken en vermogensrechten) die zich in Nederland bevinden. De schuldeiser hoeft eveneens geen Nederlandse ingezetene te zijn om toch beslag te mogen leggen.

Er hoeft geen vrees voor verduistering gesteld te worden. Verder moet aansluiting worden gezocht bij de van toepassing zijnde artikelen:

art. 700 – 710a BRv (algemene bepalingen,

art. 765 – 767 BRv (specifieke bepalingen),

bepalingen van boek 3, titel 4 voor zover verenigbaar met de eigen aard van het vreemdelingenbeslag:

afdeling 2 – conservatoir in handen schuldenaar, art. 711 – 713

afdeling 3 – conservatoir beslag op aandelen op naam, en effecten op naam die geen aandelen zijn, art. 714 – 717

afdeling 4 – conservatoir beslag onder derden, art. 718 – 723

afdeling 5 – conservatoir beslag onder de schuldeiser zelf, art. 724,

afdeling 6 – conservatoir beslag op onroerende zaken, art. 725 – 727

afdeling 6a – conservatoir beslag op schepen, art. 728 – 728b

afdeling 6b – conservatoir beslag op luchtvaartuigen, art. 729 – 729e

afdeling 7 – conservatoir beslag tot afgifte van zaken en levering van goederen art.730 – 737

Art 10 BRv

De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht in het geval, bedoeld in artikel 767, alsmede indien dit voortvloeit uit andere wettelijke bepalingen tot aanwijzing van een bevoegde rechter dan die vervat in de derde afdeling van de tweede titel en de tweede afdeling van de derde titel.

Het vreemdelingenbeslag is van toepassing op schuldenaren die géén woonplaats hebben binnen de Europese Unie. Voor die schuldenaren die wel woonplaats hebben binnen de EU maar niet in Nederland en een schuldeiser wenst beslag te leggen op een verhaalsobject dat gelegen/aanwezig is binnen de landsgrenzen van Nederland dan dient de weg gevolg te worden van artikel 711 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Vervolgens dient de schuldeiser een procedure op te starten in het desbetreffende land van de schuldenaar (zijnde dus een EU-land). De eventueel gewonnen procedure kan dan vervolgens resulteren in een vonnis dat in Nederland ten uitvoer gelegd kan worden. In deze zaken is de EEX Verordening van toepassing. Artikel 767 BRv schept in deze dus geen (extra) competentie voor de schuldeiser.

Een conservatoire beslag als bedoeld in deze afdeling gaat pas over naar een executoriale variant als het (buitenlandse) vonnis voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar is geworden (art 767 BRv; art 985 BRV; art 431 lid 2 BRv).