ter zake dienstig art 0714-0717

De hier opgenomen wetsartikelen, opmerkingen en eventuele toelichtingen kunnen, naast de artikelen van deze afdeling, ter zake dienstig zijn bij het in de praktijk brengen van een wetsartikel.

Algemeen:

De indiening van een verzoekschrift kan ook door een deurwaarder geschieden (zijn kantoor geldt in deze gevallen als de gekozen woonplaats van de verzoeker):

- Art. 700 BRv lid 3: termijnverlenging instellen eis in hoofdzaak

- Art. 709 BRv lid 1: aanstellen bewaarder door beslaglegger

- Art. 709 BRv lid 2: aanstellen bewaarder door vuistloos pandhouder

- Art. 715 BRv lid 2: termijnverlenging betekenen dagvaarding aan vennootschap

- Art. 721 BRv: termijnverlenging betekenen dagvaarding aan derde

Gegronde vrees voor verduistering moet worden gesteld bij:

- Art. 711 BRv lid 1: roerende zaken die geen registergoederen zijn, verhaal t.b.v. geldvordering

- Art. 711 BRv lid 1: rechten aan toonder of order, verhaal t.b.v. geldvordering (niet bij de houder van een wisselbrief, een orderbiljet of cheque, waarvan non-betaling door protest is vastgesteld)

- Art. 711 BRv lid 3: rechten waarvan de executie niet elders is geregeld

- Art. 714 BRv: aandelen op naam en effecten op naam die geen aandelen zijn

- Art. 725 BRv: onroerende zaken

- Art. 768 BRv lid 3: recht op goederen van de gemeenschap (maritaal beslag)

Gegronde vrees voor verduistering behoeft niet te worden gesteld bij:

- Art. 711 BRv lid 2: wissel, orderbiljet of cheque na protest van non-betaling

- Art. 718 BRv: derdenbeslag

- Art. 724 BRv: onder zichzelf

- Art. 728 BRv: schepen

- Art. 729d BRv: luchtvaartuigen

- Art 734 BRv lid 4: tot afgifte van zaken en levering van goederen

- Art. 765 BRv: vreemdelingenbeslag

Verplicht horen van beslagene geldt bij:

- Art. 709 BRv: aanstellen bewaarder bij beslag roerende zaken, niet zijnde registergoederen; let op de ‘tenzij-bepaling’

- Art. 720 BRv: loon en andere periodieke betalingen

Een beslag voor een geldvordering dient ertoe betaling van die vordering veilig te stellen. Indien de beslagene voldoende zekerheid stelt schiet het beslag zijn doel voorbij, zodat het des gevorderd ook moet worden opgeheven.

Opmerking(en)/passage(s) uit de beslagsyllabus van de Rechtbanken bij akte van art 714 BRv jo. art 711 BRv:

Zie voor de laatste versie de syllabus die is terug te vinden op www.rechtspraak.nl.

A3 Beslagsyllabus.

In beginsel wordt bij het verlof voor een verhaalsbeslag de vordering als volgt begroot (besluit LOVC van13 juni 2008):

- bij een gestelde hoofdsom tot € 300.000: de hoofdsom plus 30%,

- bij een gestelde hoofdsom van € 300.000 tot € 1.000.000: 30% over de eerste € 300.000 plus 20% over het meerdere tot € 1.000.000,

- bij een gestelde hoofdsom van € 1.000.000 tot € 5.000.000: 30% over de eerste € 300.000 plus 20% over het meerdere tot € 1.000.000 plus 15% over het meerdere tot € 5.000.000,

- bij een gestelde hoofdsom van meer dan € 5.000.000: 30% over de eerste € 300.000 plus 20% over het meerdere tot € 1.000.000 plus 15% over het meerdere tot € 5.000.000 plus 10% over het meerdere boven € 5.000.000.

In het kader van het vereiste van artikel 700 lid 2 Rv dat in het beslagrekest het door verzoeker ingeroepen recht wordt vermeld, dient in het beslagrekest te worden vermeld of sprake is van:

a. een vordering uit overeenkomst – onbetaalde facturen;

b. een vordering uit overeenkomst – overig;

c. een vordering uit onrechtmatige daad of op andere grondslag.

Ad a. In het beslagrekest dient het volgende te zijn opgenomen:

- een summiere omschrijving van geleverde goederen of diensten;

- vermelding van de door schuldenaar tegen de vordering aangevoerde verweren en de gronden daarvoor;

- het overleggen van een factuuroverzicht met factuurnummers, data en bedragen;

- het overleggen van de aanmaningen (als dat er veel zijn kan in plaats daarvan een overzicht van de aanmaningen worden overlegd).

Ad b. In het beslagrekest dient het volgende te zijn opgenomen:

- een voldoende feitelijke omschrijving van de vordering en de grondslag daarvan;

- vermelding van de door schuldenaar tegen de vordering aangevoerde verweren en de gronden daarvoor;

- het overleggen van het contract en de ingebrekestelling.

Indien geen contract is opgesteld, dient in het rekest te worden uiteengezet wat de (mondelinge) overeenkomst inhoudt.

Ad c. In het beslagrekest dient het volgende te zijn opgenomen:

- een omschrijving van de grondslag van de vordering (bijvoorbeeld: onrechtmatige daad, toerekenbaarheid, causaliteit en schade);

- vermelding van de door de schuldenaar tegen de vordering aangevoerde verweren en de gronden daarvoor;

- het overleggen van de relevante bewijsstukken (voor zover noodzakelijk voor een summiere beoordeling) en de aansprakelijkheidsstelling.

A4 Beslagsyllabus.

In het kader van proportionaliteit en subsidiariteit – welke aspecten in het kader van de bij de beoordeling van een beslagrekest te maken (summiere) afweging van de wederzijdse belangen zullen moeten worden betrokken – heeft het LOVCK in de hiervoor genoemde vergadering de volgende “best practices” vastgesteld: In het beslagrekest zal moeten worden gemotiveerd waarom het beslag nodig is en waarom is gekozen voor beslag op de in het beslagrekest genoemde goederen en waarom niet een minder bezwarend beslagobject mogelijk is (bijvoorbeeld beslag op een onroerende zaak in plaats van derdenbeslag onder de bank).

Tegen een verleend beslagverlof is geen hogere voorziening toegelaten (artikel 700 lid 2 BRv); de deurwaarder zal dan ook niet uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beslagverloven als een toereikende legitimatie voor het verlenen van zijn ministerie moeten beschouwen.

G. Beslagsyllabus

Indien verlof voor beslag op de inventaris van een onderneming wordt gevraagd, dient vermeld te worden dat de handelsvoorraad niet onder de inventaris wordt begrepen. Doet men dat niet of ingeval wel beslag op de handelsvoorraad wordt beoogd, dan dient men er rekening mee te houden dat de voorzieningenrechter eerst beide partijen zal willen horen alvorens op het gevraagde verlof te beslissen. Gezien de verstrekkende gevolgen voor de beslagdebiteur van een beslag op zijn handelsvoorraad, zal een verzoek tot het daarop mogen leggen van beslag (extra) goed gemotiveerd moeten zijn.

Art. 261 BRv

lid 1 Voor zover uit de wet niet anders voortvloeit, is deze titel (eerste boek: de wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad; derde titel: de verzoekschriftprocedure in eerste aanleg; eerste afdeling: algemene bepaling)van toepassing op alle zaken die met een verzoekschrift moeten worden ingeleid, alsmede op zaken waarin de rechter ambtshalve een beschikking geeft.

lid 2 Met een verzoekschrift worden ingeleid de zaken ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit.

Art. 700 BRv

lid 2 Het verlof wordt verzocht bij een verzoekschrift waarin de aard van het te leggen beslag en van het door de verzoeker ingeroepen recht en, zo dit recht een geldvordering is, ook het bedrag of, zo dit nog niet vaststaat, het maximum bedrag daarvan, worden vermeld, onverminderd de bijzondere eisen door de wet gesteld voor een beslag van de soort waarom het gaat. De voorzieningenrechter beslist na summier onderzoek. In geval van een geldvordering stelt hij het bedrag vast waarvoor het verlof wordt verleend, met inbegrip van de kosten waarin de schuldenaar zal kunnen worden veroordeeld. Bij het verlof kan de voorzieningenrechter, onverminderd artikel 64, derde lid , tevens verlof verlenen het beslag te leggen op alle dagen en uren. Tegen een krachtens dit lid gegeven verlof is geen hogere voorziening toegelaten.

Art 706 BRv

De kosten van het beslag kunnen, al of niet in de hoofdzaak, van de beslagene worden teruggevorderd, tenzij het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig was.

Deze kosten moeten apart gevorderd worden daar ze niet tot de proceskosten behoren.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 715 BRv jo. art 474c BRv:

Is nog geen eis in de hoofdzaak ingesteld, dan is de beslaglegger verplicht binnen acht dagen na dit instellen een afschrift van de dagvaarding of, zo de eis op andere wijze is ingesteld, van het stuk waarbij dit geschiedde, aan de vennootschap te betekenen.

De termijn, vermeld in artikel 474g, eerste lid , eindigt eerst één maand na de dag, waarop de in kracht van gewijsde gegane executoriale titel aan de vennootschap is betekend.

Toelichting op het begrip zekerheidstelling door de beslagene.

Met de vermelding van het maximumbedrag is niet beoogd het maximale bedrag aan te geven waarvoor het beslag mag worden gelegd, maar het bedrag waarvoor de beslaglegger een vordering op de beslagdebiteur pretendeert en verhaal beoogt te zoeken. Een andere opvatting, namelijk dat het aangegeven maximum-bedrag de maximale hoogte bepaalt van het te leggen beslag, zou kunnen meebrengen dat een schuldeiser in haar recht van verhaal zou worden beknot ingeval ook andere crediteuren hun verhaalsrechten zouden uitoefenen. Niet kan worden aangenomen dat de wetgever een dergelijke afwijking van de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziene regeling van het conservatoir beslag heeft gewild (LJN AU4691, Hoge Raad, uitspraak: 31-01-2006)

Art. 6:51 BW

lid 1 Wanneer uit de wet voortvloeit dat iemand verplicht is tot het stellen van zekerheid of dat het stellen van zekerheid voorwaarde is voor het intreden van enig rechtsgevolg, heeft hij die daartoe overgaat, de keuze tussen persoonlijke en zakelijke zekerheid.

lid 2 De aangeboden zekerheid moet zodanig zijn, dat de vordering en, zo daartoe gronden zijn, de daarop vallende rente en kosten behoorlijk gedekt zijn en dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen.

lid 3 Is de gestelde zekerheid door een niet aan de schuldeiser toe te rekenen oorzaak onvoldoende geworden, dan is de schuldenaar verplicht haar aan te vullen of te vervangen.

Art. 616 BRv

lid 1 Ingeval van geschil over een krachtens vonnis of beschikking te stellen zekerheid wordt daarover op vordering van de meest gerede partij in kort geding beslist door de voorzieningenrechter van de rechtbank, door wie of door ….

Art. 2:85 BW

lid 1 Het bestuur van de vennootschap houdt een register waarin de namen en de adressen van alle houders van aandelen op naam zijn opgenomen, met vermelding van de datum waarop zij de aandelen hebben verkregen, de datum van de erkenning of betekening, alsmede van het op ieder aandeel gestorte bedrag. Daarin worden tevens opgenomen de namen en adressen van hen die een recht van vruchtgebruik of pandrecht op die aandelen hebben, met vermelding van de datum waarop zij het recht hebben verkregen, de datum van erkenning of betekening, alsmede met vermelding welke aan de aandelen verbonden rechten hun overeenkomstig de leden 2 en 4 van de artikelen 88 en 89 van dit boek toekomen.

art. 2:194 BW

lid 1 idem als art 2:85 lid 1 BW, met dien verstande dat voor art 88 en 89 art 197 en 198 gelezen moet worden

Art 474e BRv

De in beslag genomen aandelen kunnen niet ten nadele van de beslaglegger worden vervreemd, bezwaard of onder bewind gesteld.

Art 474f BRv

Binnen acht dagen na het beslag zal de vennootschap aan de deurwaarder schriftelijk mededeling doen van rechten die vóór het exploit reeds op de in beslag genomen aandelen mochten zijn gevestigd, onder opgave van de namen en woonplaatsen der gerechtigden.

Art 474g BRv

lid 1 Binnen één maand na het exploit van beslag zal de beslaglegger, op straffe van verval van het gelegde beslag, aan de rechtbank van de plaats van vestiging van de vennootschap, zo mogelijk onder overlegging van de mededeling bedoeld in het voorgaande artikel en de statuten der vennootschap, verzoeken bij beschikking te bepalen, dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan.

lid 2 De rechtbank gelast alvorens de gevraagde beschikking te geven de oproeping van de deurwaarder, de beslaglegger, de geëxecuteerde, de vennootschap, en, zo zij dit nodig acht, van verdere belanghebbenden, om op het verzoek te worden gehoord. Verzet tegen de verkoop door derden-rechthebbenden, kan uitsluitend geschieden door tijdige indiening van een daartoe strekkend verzoekschrift, waarvan afschrift wordt betekend aan de beslaglegger en aan de deurwaarder, die het beslag heeft gelegd.

lid 3 De rechtbank zal in haar beschikking bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht dienen te geschieden.

lid 4 De wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen moeten worden in acht genomen, met dien verstande, dat alle ten aanzien van de vervreemding aan de aandeelhouder toekomende rechten en op hem drukkende verplichtingen worden uitgeoefend en nagekomen door de deurwaarder. Ook de beschikking der rechtbank zal ten aanzien van deze wettelijke en statutaire bepalingen geen afwijkingen mogen inhouden behoudens voor zover inachtneming van deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zou maken.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 715 BRv jo. art 474d lid 2 BRv:

Art 474e BRv

De in beslag genomen aandelen kunnen niet ten nadele van de beslaglegger worden vervreemd, bezwaard of onder bewind gesteld.

Art 474f BRv

Binnen acht dagen na het beslag zal de vennootschap aan de deurwaarder schriftelijk mededeling doen van rechten die vóór het exploit reeds op de in beslag genomen aandelen mochten zijn gevestigd, onder opgave van de namen en woonplaatsen der gerechtigden.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 715 lid 2 BRv tweede volzin:

In vergelijking met artikel 721 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan het, mijns inziens, ervoor worden gehouden dat het achterwege laten van het betekenen van dit exploot gesanctioneerd kan worden met nietigheid van het beslag.

Is nog geen eis in de hoofdzaak ingesteld, dan is de beslaglegger verplicht binnen acht dagen na dit instellen een afschrift van de dagvaarding of, zo de eis op andere wijze is ingesteld, van het stuk waarbij dit geschiedde, aan de vennootschap te betekenen.

De termijn, vermeld in artikel 474g, eerste lid , eindigt eerst één maand na de dag, waarop de in kracht van gewijsde gegane executoriale titel aan de vennootschap is betekend.

Art. 704 BRv

lid 1 Zodra de beslaglegger in de hoofdzaak een executoriale titel heeft verkregen en deze voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, gaat het conservatoir beslag over in een executoriaal beslag, mits de verkregen titel aan de beslagene en, zo het beslag onder een derde is gelegd, ook aan deze is betekend.

lid 2 Wordt de eis in de hoofdzaak afgewezen, en is deze afwijzing in kracht van gewijsde gegaan, dan vervalt daardoor tevens van rechtswege het beslag. Hetzelfde geldt, indien voor de tenuitvoerlegging van de beslissing in de hoofdzaak een rechterlijk bevelschrift of verlof nodig is, en de beslissing waarbij dit door de rechter is geweigerd in kracht van gewijsde is gegaan.