Administrator

tbv aanpassen atne-bundel:

art 3 en 16 wgbz zijn veranderd (het woord dagvaarding is aangepast naar vordering); het art.nr. is hetzelfde gebleven aldus behoeven de voernoten niet aangepast te worden

losse aantekeningen:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0004581/Opschrift/geldigheidsdatum_15-05-2015

http://wetten.overheid.nl/BWBR0006713/geldigheidsdatum_08-10-2010#Opschrift Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau

Kadaster inschrijving beslag oz(3) gaat naar €55 doorhaling gaat naar €21

zie 4.9 - beslag is stuitingshandeling

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2014:1878

ecli-nl-rbhaa-2010-bo8110

conservatoir beslag

4.6. Bovendien heeft ook het op 20 juni 2008 in opdracht van de gemeente gelegde conservatoir beslag, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, stuitende werking. Volgens geldende jurisprudentie (HR 28 juni 2002, NJ 2003/676) kunnen de verjaringstermijnen betreffende de invordering van dwangsommen gestuit worden door overeenkomstige toepassing van de artikelen 3:316 en 3:319 BW via de schakelbepaling van artikel 3: 326 BW. Naar de voorzieningenrechter veronderstelt, zal de bodemrechter, indien geädieerd, het onderhavige beslag als een “daad van rechtsvervolging van de zijde van de gerechtigde” aanmerken in de zin van artikel 3: 316 lid 1 BW.

Artikel 5:30

    • 1. Indien een meegevoerde en opgeslagen zaak niet binnen dertien weken nadat zij is meegevoerd, kan worden teruggegeven, kan het bestuursorgaan de zaak verkopen.

    • 2. Het bestuursorgaan kan de zaak eerder verkopen, zodra de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten, vermeerderd met de voor de verkoop geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de zaak onevenredig hoog worden.

    • 3. Verkoop vindt evenwel niet plaats binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift van het proces-verbaal van meevoeren en opslaan, tenzij het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft.

    • 4. Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van de zaak onder aftrek van de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten en de kosten van de verkoop. Na het verstrijken van deze termijn vervalt een batig saldo aan het bestuursorgaan.

    • 5. Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan verkoop niet mogelijk is, kan het de zaak om niet aan een derde in eigendom overdragen of laten vernietigen. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Boek 7

Artikel 228

1. Een huur voor bepaalde tijd aangegaan, eindigt, zonder dat daartoe een opzegging vereist is, wanneer die tijd is verstreken.

2. Een huur voor onbepaalde tijd aangegaan of voor onbepaalde tijd verlengd eindigt door opzegging. Heeft de huur betrekking op een onroerende zaak die noch woonruimte, noch bedrijfsruimte is, dan dient de opzegging te geschieden tegen een voor huurbetaling overeengekomen dag op een termijn van tenminste een maand.

Artikel 230a

1. Heeft de huur betrekking op een gebouwde onroerende zaak of gedeelte daarvan en is die zaak of dat gedeelte noch woonruimte, noch bedrijfsruimte in de zin van deze titel, dan kan de huurder na het einde van de huurovereenkomst de rechter verzoeken de termijn waarbinnen ontruiming moet plaats vinden, te verlengen. Het verzoek moet worden ingediend binnen twee maanden na het tijdstip waartegen schriftelijk ontruiming is aangezegd.

Art. 45 lid 1 Awir kent het volgende beslagverbod:

Een tegemoetkoming is niet vatbaar voor vervreemding, verpanding, belening of beslag, waaronder begrepen beslag ingevolge faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tenzij het betreft beslag wegens:

a. een vordering tot nakoming van een betalingsverplichting wegens een geleverde prestatie waarbij de betalingsverplichting ter zake van die prestatie oorzaak is voor de tegemoetkoming;

(…)