HUISSIER.NL - JURISPRUDENTIE

Klik hier (opent in nieuw venster) voor de totaallijsten met ‘oude’ arresten die inmiddels zijn gepubliceerd (onder ‘Mijlpaalarresten’). De lijsten zijn uitgebreid met de ECLI- nummers van de conclusies en zaaknummers. 

BRv JURISPRUDENTIE (verkort)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2024-22 (bij de uitleg van het petitem moet worden gekeken naar de bewoordingen ervan; RO 3.1.2)

BRv Boek 2: ECLI-NL-RBROT-2023-11759 (art 513a BRv; waardeloosverklaring van een in 2005 gelegd executoriaal beslag; art 3:29 lid 4 BW bepaalt namelijk, voor zover relevant, dat indien de waardeloze inschrijving een beslag betreft, het vonnis (zelf al) na inschrijving de bewaarder machtigt tot doorhaling daarvan)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2023-1073 (art 122 BRv; art 66 BRv; er is i.c. geen sprake van onredelijke benadeling bij betekening hoger beroep waarbij de advocaat pas na 16 dagen het appel treft; RO 3.2  | ECLI -NL-PHR-2023-484 RO 3 ev)

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHARL-2019-8480 (art 555 BRv; stelselmatig te laat en/of onvolledige betaling levert tekortkoming op die de ontruiming van de huurovereenkomst rechtvaardigt; RO 5.4)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2022-1941 (art 555 BRv; art 150 BRv; de ontruimde huurders moeten stellen en bewijzen welke waarde de ontruimde goederen hadden)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2017-2455 (art 438 BRv; dwangsomrechter vs executierechter; de bevoegdheid van de dwangsomrechter is exclusief en hierin kan de executierechter niet treden / rechten aanpassen; RO 3.5.2)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHARL-2022-7449 (art 51 BRv; Na ontbinding van de vof stelt vennoot A vorderingen in die betrekking hebben op deze vermogensbestanddelen van de vof. In beginsel kan bij een vof iedere vennoot de gehele vordering op een derde in naam van de vof innen, indien hij vertegenwoordigingsbevoegdheid bezit. De vordering is echter niet in naam van de vof ingesteld. De vraag is dan of de vorderingen aan A in privé toekomen. Dat A vereffenaar was is niet onderbouwd. Ook is niet onderbouwd dat B afstand heeft gedaan van haar deel in het vermogen van de vof. A is dan ook niet-ontvankelijk in zijn vorderingen).

BRv Boek 3: ECLI-NL-HR-2022-1110 (art 718 BRv; art art 6:170/171 BW; degene die conservatoir beslag legt en deze handhaaft, handelt op eigen risico en dient als gevolg daarvan ontstane schade te vergoeden als het beslag achteraf ten onrechte gelegd blijkt te zijn; dit geldt niet indien (per abuis) bij de beslagene ook beslag is gelegd op zaken van een derde)

BRv Boek 2: ECLI-NL-RBLIM-2022-6056 (art 491; art 23 EU-verordening 2015/262; afgifte paspoort paard (blijft eigendom van de instantie die het afgeeft)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2022-1056 (art 130 BRv; tot uitgangspunt dient dat een partij ook in hoger beroep – binnen de grenzen die worden bepaald door art. 130 lid 1 Rv in verbinding met art. 353 lid 1 Rv en in beginsel niet later dan bij memorie van grieven of memorie van antwoord – haar eis of de gronden daarvan mag veranderen of vermeerderen en daartoe voor het eerst in hoger beroep aan haar eis een vordering ten grondslag kan leggen die aanvankelijk aan een derde toekwam en door deze derde aan haar is overgedragen; RO 3.2.1)

BRV Boek 1: ECLI-NL-GHSHE-2022-1701 (art 332 BRv; verkeerde partij gedagvaard in HB; (i.c.) géén toestemming om alsnog juiste partij op te roepen; er is aldus geen sprake van kennelijke, voor alle betrokkenen direct kenbare verschrijving of vergissing; RO 3.7) 

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2022-1108 (art 3:301 BW; art 433 BRv; rechtsmiddelenregister; gezag van gewijsde van in NL erkend Belgisch verstekvonnis; art. 33 Verordening Brussel I; staat gezag van gewijsde Belgisch vonnis in de weg aan oordeel hof?; art. 79 lid 1, aanhef en onder b, RO; RO 3.2.2. ev)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2022-931 (art 475 BRv; art 6:127 lid 1 BW; verhuurder kan beslag leggen op huurtoeslag van huurder voor ‘oude’ huurschuld; dit beslag strekt ook tot verhaal van rente en kosten)  

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHARL-2021-2020 (art 122 Brv; (ECLI-NL-HR-1994-ZC1357) (...) kan niet worden uitgesloten dat de deurwaarder zich heeft vergist en de dagvaarding op nummer 49 heeft betekend (...) niet gezegd worden dat er binnen de beroepstermijn geen appeldagvaarding is uitgebracht, ook al heeft die door een fout die aan de man moet worden toegerekend de vrouw niet binnen de beroepstermijn bereikt. Een dergelijke fout kan worden hersteld voor de eerstdienende dag. Dit is gebeurd. In dat geval leidt het gebrek alleen tot nietigheid als de vrouw als gevolg daarvan wordt bemoeilijkt in haar verweer en zij onredelijk in haar belangen is geschaad (zie ook artikel 122 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Het enkele feit dat zij pas na afloop van de hoger beroepstermijn door het herstelexploot van 14 oktober 2019 kennis heeft genomen van het hoger beroep is daarvoor niet voldoende; RO 3.3)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2009-BJ0652 (art 143 BRv; veroordeelde, waarvan het vonnis  niet-in-persoon is betekent, moet zelf een handeling hebben verricht waaruit ondubbelzinnig valt op te maken dat hij over voldoende gegevens beschikte m.b.t. zijn veroordeling om zich daartegen tijdig en adequaat te kunnen verzetten; RO 3.3) 

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHSHE-2021-2361 (art 332 BRv, art 1:233 BW; ontvankelijkheid HB tegen wettelijk vertegenwoordiger van inmiddels mmerderjarig geworden dochter enkel als appalant niet kon weten dat betrokkene ondertussen meerderjarig is)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2021-1144 (art 21 BRv; schending waarheids- en volledigheidplicht leidt tot ontzegging vordering; RO 3.3)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2022-298 (art 430 BRv, art 700 BRv; toewijzing verklaring voor recht is een executoriale titel; RO 3.2.3/3.2.4)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-1979-AC2296 (art 45 BRv ev; betekenen exploot) 

BRv Boek 2/4: (art 453a/1019h; conservatoir beslag tot levering merknaam; Vervreemding merkrechten in weerwil van beslag. Art. 453a Rv. Tegen welke partij (vervreemder-beslagdebiteur of verkrijger) moet hoofdzaak worden gevoerd? Invloed faillissement en ophouden te bestaan beslagdebiteur) 

Tuchtrecht / BRv Boek 2: Kamer voor Gerechtsdeurwaarders, 11 december 2007, 249.2007 (art 555 BRv; het tussentijds verlaten van een ontruiming betekend plichtsverzuim)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHDHA-2021-252 (art 351; ordermaatregel kort geding; RO 3.2, 3.3)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-20210-640 (art 475 BRv; prive-opname van vennoot vallen onder beslag; RO 3.1 ev)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHARL-202102020 (art 122 BRv; verwijzing naar ECLI-NL-HR-1994-ZC1357; niet niet-ontvankelijk; RO 3.3)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2019-1530 (art 611a BRv; (...) voorkomen moet worden dat een wanverhouding ontstaat tussen het belang van de dwangsomcrediteur bij de dwangsomveroordeling en rechtszekerheid enerzijds en de gerechtvaardigde belangen van de debiteur tegen excessen anderzijds. (PG bij rov. 4.16) (...); RO 7.4) 

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2020-2099 (art 236 BRv; het gezag van gewijsde (...)  aangevoerd had kunnen worden : RO 3.1.4)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2020-2101 (art 45 BRv; betekening exploot zonder vermelding in het exploot van de woonplaats van verweerster omdat zij 'geheim adres' heeft, is niet nietig; wel vermelding van de gemeente van de woonplaats van eiser indien ook deze geheim adres heeft; RO 2.3.7 - 2.4) 

BRv Boek 3: ECLI-NL-HR-2020-1251 (art 843a BRv; maatstaf voor aannemen van rechtsbetrekking in de zin van art. 843a Rv bij gestelde tekortkoming of onrechtmatige daad; RO 3.1.5)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-1994-ZC1357 (HR 29-04-1994, NJ 1995/269) (art 122 BRv (oud art 94 BRv); nietigheid appeldagvaarding; herstel vóór de dienende dag; verschenen gedaagde die zich op nietigheid beroept (benadeling in zijn verdediging))

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2020-1088 (art 45 ea; 'Corona'-betekening ex art 46, 47 (mag direct in gesloten envelop); ook van toepassing op art 63 BRv ('kantoorbetekening'); RO 2.6)

BRV Boek 2: ECLI-NL-RBZWB-2020-2174 (art 474g BRv; termijn om tot aandelenexecutie te komen is ongebruikt maar leidt niet tot verval; RO 3.8) 

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHAMS-2020-1106 (art 430 BRv; art 475 BRv; inlichtingenplicht beslagen schuldenaar op grond van art. 475g lid 1 Rv strekt zich niet uit tot inkomen en vermogen in het buitenland waarop schuldeiser zich wil verhalen. Art. 430 lid 1 Rv voorziet niet in tenuitvoerlegging van Nederlandse vonnissen buiten Nederland, zodat dezelfde begrenzing moet worden aangenomen voor de inlichtingenplicht van de schuldenaar; RO 3.9)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHARL-2020-2150 (art 45 Rv; een deurwaarder komt de vrijheid toe om te bepalen of hij het verantwoord acht om op het betekeningsadres een afschrift aan iemand anders dan de geëxploiteerde (i.e. [appellant] ) te laten, dan wel om op de voet van artikel 47 Rv. op dat adres het exploot in een gesloten envelop achter te laten; RO 5.7)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHARL-2020-2150 (art 157 Rv; exploot is dwingend bewijs; een later toegelichte verklaring van de onjuistheid in een exploot  (in bijv. een conclusie (van repliek) poetst die in het exploot nog niet weg aldus geen dwingende bewijskracht; RO 5.9) 

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHARL-2019-3170 (art 555 BRv; zaakwaarneming; zorgplicht; onder de gegeven omstandigheden is verhuurder aansprakelijk voor schade na rechtmatige ontruiming; RO 4.5)

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHAMS-2020-671 (art 555 BRv; geen zorgplicht meer voor gdw nadat de inboedel op de 'stoep' is gezet bij een ontruiming; RO 6.2)

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHDHA-2020-236 (art 550 Brv; inbreuk doordat verhuurder het gehuurde zonder toestemming van de huurder heeft betreden en het slot heeft vervangen)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2004-AO7817 (art 166 BRv; art 351 BRv; voorwaarden bewijsaanbod in HB; RO 3.6)

BRv Boek 2: ECLI-GHAMS-2020-237 (art 464 BRv; keuze van plaats van aanplakken; geen verkeerde indruk; RO 5.2)

BRV Boek 2: ECLI-NL-HR-2019-2026 (art 235 BRv, art 438 BRv; ruimere betekenis misbruik van bevoegdheid (tenuitvoerlegging); RO 5.8)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2009-BH2465 (aanvulling uitspraak op de voet van art 32 BRv ook bij afwijzing van “meer of anders” gevorderde of verzochte indien daarbij (deel van) vordering of verzoek over het hoofd is gezien; RO 4.2). 

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHARL-2019-8480 (art 555 BRv; herhaaldelijk tekortschieten met tijdige huurbetaling is i.c. grond voor ontbinding; RO 5.4)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-1992-ZC0646 (art 430 BRv; de grosse van een authentieke akte als executoriale titel; RO 3.3)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHDHA-2018-2566 (art 111 BRv; het moet duidelijk zijn tegen wie een gedaagde zich dient te verweren, duidelijke duiding; RO 28)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2019-997 (art 129/130 BRv; verandering van eis bij verplichte procesvertegenwoordiging kan niet besloten liggen in een verklaring ter comparitie; RO. 3.1)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2019-1052 (art 45 ev BRv; betekenen op een briefadres i.p.v. openbaar tenzij ...; RO 3.9)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHAMS-2019-2225 (art 120 BRv; ook deurwaardersexploot is vatbaar voor uitleg; RO 2.5)

BRv Boek 3: ECLI-NL-HR-2015-396 (art 611a BRv; dwangsom en nadien bekend geworden feiten; RO 3.6.2) 

BRv Boek 2: ECLI-NL-RBNHO-2017-5179 (art 463 BRv; veilen via/op het internet is niet nietig (Ontvanger); RO 4.5)

BRv Boek 1: ECLI-NL-PHR-2018-1423 (art 156 BRv; vereisten onderhandse akte; bewijs valsheid in geschrifte; RO 2.1-RO 2.20)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2019-443 (voorwaarden toepassing art 7 BRv (rechtsmacht NL-rechter; RO 4.2.2)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2019-791 (art 140 BRv; verstekprocedure waarin een derde tussenkomt of zich aan de zijde van gedaagde voegt; Verplichting derde de niet verschenen gedaagde van de voeging/tussenkomst op de hoogte te stellen; RO 3.5)

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHARL-2019-3170 (art 555; verhuurder aansprakelijk voor schade na rechtmatige ontruiming; art 6:101 BW (eigen schuld) ook van toepassing; RO 4.5; 4.9 ev)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2019-572 (art 159 lid 1 BRv; geen bewijskracht handtekening onder onderhandse akte bij betwisting ervan; bewijslast van de echtheid rust op degene die zich op het stuk beroept; RO 3.3.2 )

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2019-580 (mismatch tussen dictum en overweging is geen ambtshalve herstel ex art 31 BRv)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-1997-ZC2323 (uitleg begrip gereedschappen van ambachtslieden, art 447 BRv)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-1983-AG4575 (voorwaarden executiegeschil)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2018-366 (kantoorbetekening van een exploot is ook mogelijk als geadresseerde een woonplaats buiten NL heeft; RO 2.4.2)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2002-AE8215 (beslagkosten in buitenland gemaakt vs verhaal in NL; PHR 30 (De wereld wordt kleiner, en procederen wordt steeds vaker iets waar de autoriteiten van méér dan een land bij betrokken raken))

BRv Boek 2: ECLI-NL-RBGEL-2017-5865 (executieverkoop onroerende zaak levert ontruimingstitel op; bij onderhandse verkoop onroerende zaak dient hierom verzocht te worden bij Voorzieningenrechter; RO 4.7)

ECLI-NL-HR-2018-1777 (nieuwe feiten en ontwikkelingen in HB; RO 3.3.2 (PHR - RO 3.13))

BRv Boek 2: ECLI-NL-PHR-2002-AE4382 (echtscheidingsbeschikking is géén titel voor ontruiming; RO 5)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHARL-2018-5451 (afschrift exploot bevat geen datum, originele wel; in beginsel exploot nietig; gedaagde wel verschenen dus geen onredelijke benadeling; RO 3.2)

BRv Boek 3: ECLI-NL-HR-2018-773 (eis in de hoofdzaak kan ook aanhangig zijn voordat beslagdebiteur er weet van heeft; RO 3.5.2.)

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHDHA-2018-224 (inboedel vernietigd; geen schadevergoeding uit onrechtmatige daad c.q. zaakwaarneming; RO 11 ev)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2010-BL1116 (een vonnis levert ook een executoriale titel op voor kosten gemaakt na uitspraak; RO 3.5)

BRv Boek 1: ECLI-NL-GHAMS-2017-4854 (een adres in onderzoek wil nog niet zeggen dat iemand er niet woont; RO 3.2)

BRv Boek 3: ECLI-NL-PHR-2018-145 (termijn instellen hoofdzaak die in buitenland aanhangig is; RO 3.5)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2013-CA3771 (toepasselijkheid art 66 BRv (herstel) op beslagexploten; RO 3.5.2)

BRv Boek 1: ECLI-NL-RBDHA-2018-981 (betekenen aan een briefadres; RO 2.10)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-1989-AB9289 (executoriale verkoop dient derde te dulden evenals de beslaglegging (niet gepubliceerd))

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHSHE-2017-5799 (geen aansprakelijkheid schade aan ontruimde inboedel etc)

BRv Boek 3: ECLI-NL-RBOBR-2017-5125 (conservstoir beslag en bewaring professioneel (wedstrijd)paard en de daarbij behorende verplichtingen; RO 4.6)

BRv Boek 3: ECLI-NL-HR-2017-2455 (proceskostenveroordeling ex art 237 in deurwaarderskortgeding; schuldenaar verbeurt geen dwangsommen tijdens schuldeisersverzuim; executierechter oordeelt daarover; RO 3.6.3)

BRv Boek 3: ECLI-NL-HR-2017-2225 (aanvang, lengte en einde rechtsmiddeltermijn; (...) rechtsmiddel moet worden aangewend binnen drie maanden na de dag waarop de uitspraak is gedaan, is slechts beoogd tot uitdrukking te brengen dat de dag van de uitspraak zelf niet meetelt, met als gevolg dat de driemaandentermijn pas afloopt aan het einde van de daarmee overeenstemmende dag drie maanden later (en niet al is verstreken aan het begin van die dag).

De laatste dag van de hier bedoelde termijn is dan ook niet later gelegen dan drie maanden na de dag van de uitspraak zelf. Indien de uitspraak is gedaan (in een gewoon jaar) op 28 februari (of in een schrikkeljaar op 29 februari), 30 april of 30 september, verstrijkt de termijn dus aan het einde van 28 of 29 mei, 30 juli, respectievelijk 30 december, een en ander afgezien van de werking van de Algemene termijnenwet. Aldus staan voor het aanwenden van het rechtsmiddel steeds drie volle kalendermaanden ter beschikking. (...); RO 3.4.3)

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHAMS-2017-3353 (i.c. bankbeslag toegestaan; in beginsel geen bvv; RO 6.2)

BRv Boek 2: ECLI-NL-GHAMS-2017-3210 (rechterlijke machtiging tot binnentreden (t.b.v. onderbreken gas / water / licht); art 558 Brv; art 3:299 lid 1 BW; RO 2.8)

BRv Boek 1: ECLI-NL-HR-2017-1274 (art 140 lid 3; prejudiciële vraag; niet verschenen gedaagden en intrekking eis van de wel verschenen; tlv niet verschenenen vonnis wordt aangemerkt als verstekvonnis waartegen rechtsmiddel van verzet openstaat; RO 3.4 - 3.6)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2011-BO7106 (niet zonder meer misbruik van recht; 'leeg' beslag; beslag kan dienen om schuldenaar te bewegen te gaan betalen)

BRv Boek 2: ECLI-NL-HR-2017-1009 (o.a. art 475 BRv (ook algemene toepassing; privé-schuldeiser van een vennoot kan geen verhaal nemen op onroerende zaak ingebracht in de vof; vgl. ECLI-NL-HR-1993-ZC1182; RO 5.3.3)

BRv Boek 2: ECLI-NL-RBDHA-2017-4421 (executie kan door ondanks dat de kosten hoger zijn de opbrengsten; voorkomen nieuwe aanslagen; RO 4.4)

BW Boek 2: ECLI-NL-HR-2017-771 (kerkgenootschap kan zich ook laten omzetten; RO 3.3.2 ev)