niet openbare jurisprudentie en ter zake dienstig

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2017:1280

5.7. De voorzieningenrechter neemt aan dat deze vordering ziet op de kopieën die zijn genoemd in het onder 2.17 genoemde proces-verbaal.

5.8. [Eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zijn standpunt, dat het beslag niet tot stand is gekomen, toegelicht met verwijzing naar de artikelen 440 en 443 Rv. [Eiser in conventie, verweerder in reconventie] acht het in strijd met het bepaalde in art. 440 Rv dat op 22 december 2016 geen exploot aan hem is betekend. Bovendien had de deurwaarder volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van het bepaalde in art. 443 Rv uiterlijk de volgende dag moeten overgaan tot een meer bijzondere aanduiding van de zaken die hij in beslag nam en het proces-verbaal binnen drie dagen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moeten betekenen.

5.9. Art. 440 Rv in samenhang met art. 702 lid 1 Rv vereist dat het beslag wordt gelegd bij exploot. Aan die eis is voldaan. Het onder 2.9 genoemde proces-verbaal is aan te merken als het exploot waarbij beslag is gelegd. Ingevolge art. 46 Rv moest een afschrift van het exploot aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden gelaten. De betekening strekt ertoe dat de beslagene wetenschap heeft van het beslag. Uit art. 443 lid 1 Rv valt op te maken dat het exploot in beginsel binnen drie dagen na de inbeslagneming moest worden betekend. De betekening heeft in dit geval plaatsgevonden op 12 januari 2017. Ook indien zou moeten worden aangenomen dat dit te laat is, leidt dit niet tot nietigheid van het beslag. Dat geldt te meer omdat er geen reden is om aan te nemen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door de verlate betekening onredelijk is benadeeld in een belang dat de onderhavige voorschriften beogen te beschermen, mede in aanmerking genomen dat hij aanwezig was bij de inbeslagneming en uit dien hoofde daarvan wetenschap had. Voor zover zou moeten worden geoordeeld, dat het beslag eerst door de betekening tot stand komt, althans blokkerende werking krijgt, geldt dat het beslag in elk geval op 12 januari 2017 tot stand is gekomen.

Auteursrecht

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2016:8389

Inhoudsindicatie

Sprake van rechtsverwerking. Omdat de beschuldigingen op grond van plagiaat al gedurende langere tijd steeds weer herleven worden de vorderingen toch ook beoordeeld op grond van de gestelde inbreuk op auteursrecht.

De vordering wordt afgewezen.

Ook de subsidiaire vordering uit hoofde van slaafse nabootsing en onrechtmatige daad worden afgewezen, in de lijn van de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad

Auteursrecht. Plagiaat. Slaafse natbootsing. Pols heeft net als Sonja Bakker een dieetboek geschreven. Pols stelt meerdere maren dat er sprake is van plagiaat, gepleegd door Sonja Bakker, omdat de boeken te veel overeenkomen. Pols vordert een verklaring voor recht dat Sonja Bakker onrechtmatig heeft gehandeld door een inbreuk te maken op haar auteursrecht. Subsidiair vordert zij een verklaring voor recht dat Sonja Bakker onrechtmatig heeft gehandeld door delen van haar boek slaafs na te bootsen. Naar het oordeel van de rechtbank is er onvoldoende onderbouwd dat teksten uit het boek van Pols een op een zijn overgenomen in het boek van Sonja Bakker. Mogelijk bestaat er een bepaalde gelijkenis tussen bepaalde zinnen of zinsopbouw, maar volgens de rechtbank laat dit zich goed verklaren door de omstandigheid dat het hier in beide gevallen gaat om dieetboeken. De vorderingen op basis van de gestelde inbreuk op het auteursrecht worden dan ook afgewezen. Dit geldt ook voor de vordering op grond van slaafse nabootsing.

Lees meer op: http://www.ie-forum.nl/dossiers/ie-forum/auteursrecht