ter zake dienstig art 0480-490d

De hier opgenomen wetsartikelen, opmerkingen en eventuele toelichtingen kunnen, naast de artikelen van deze afdeling, ter zake dienstig zijn bij het in de praktijk brengen van een wetsartikel.

Algemeen:

Art. 3:276 BW:

Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen.

De in deze afdeling (van de verdeling van de opbrengst) wordt gesproken over een “netto-opbrengst” uit te keren aan de executant voor het beloop van diens vordering. Dit impliceert mijns inziens dat op de veiling(lees: executie)-opbrengst eerst de gemaakte executiekosten in mindering gebracht kunnen/moeten worden. Vervolgens kan de netto-opbrengst uitgekeerd worden.

Onder de noemer van executiekosten vallen zo nodig:

    • de kosten van het proces verbaal van beslaglegging (eventueel inclusief die met het proces verbaal van nauwkeurige beschrijving),

    • de kosten van de (over)betekening van dit proces verbaal aan de geëxecuteerde (en eventueel andere belanghebbende(n)),

    • de kosten gemaakt om een woning binnen te treden,

    • de kosten van bewaargeving,

    • de kosten van het proces verbaal van aanplakken,

    • de kosten van publicatie in een dagblad van de plaats waar de verkoop zal geschieden en

    • de kosten van het proces verbaal van openbare verkoop.

Art. 144 BRv

Het vonnis wordt geacht ten uitvoer te zijn gelegd:

a. in geval van gerechtelijke verkoop van goederen, na de verkoop;

b. in geval van derdenbeslag op een vordering, na de uitbetaling aan de beslaglegger, of, indien dit beslag wordt gelegd op een vordering tot periodieke betalingen, na de eerste uitbetaling;

c. in geval van tenuitvoerlegging van een veroordeling tot levering of afgifte van goederen die geen registergoederen zijn, nadat de levering of afgifte heeft plaatsgevonden;

d. in geval van gedwongen ontruiming van onroerende zaken, nadat de ontruiming heeft plaatsgevonden.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 481 BRv:

Indien de gerechtigden van de executieopbrengst geen overeenstemming bereiken omtrent de verdeling hiervan, na het ondernemen van een poging daartoe, kan de weg naar de Voorzieningenrechter ingezet worden ex art 481 BRv.

Tot aan sluiting van het proces verbaal van verdeling kan er beslag worden gelegd op het restant van de opbrengst middels beslag onder de gerechtsdeurwaarder. Er kan geen beslag gelegd worden op de kwaliteitsrekening indien de opbrengst daar is gestort (art 19 lid 5 Gdw-wet).

Beslag op de opbrengst kan slechts worden gelegd in de vorm van een derdenbeslag op de vordering die de geëxecuteerde heeft ter zake van zijn recht op het restant dat eventueel van de opbrengst overblijft, nadat de executant, de beperkt gerechtigden en de schuldeisers die beslag op het goed hebben gelegd, zijn voldaan.1

1 bron: MvT Inv 16 593 nr 3 (1980-1981)