ter zake dienstig art 0730-0764

De hier opgenomen wetsartikelen, opmerkingen en eventuele toelichtingen kunnen, naast de artikelen van deze afdeling, ter zake dienstig zijn bij het in de praktijk brengen van een wetsartikel.

Algemeen:

De indiening van een verzoekschrift kan ook door een deurwaarder geschieden (zijn kantoor geldt in deze gevallen als de gekozen woonplaats van de verzoeker):

- Art. 700 BRv lid 3: termijnverlenging instellen eis in hoofdzaak

- Art. 709 BRv lid 1: aanstellen bewaarder door beslaglegger

- Art. 709 BRv lid 2: aanstellen bewaarder door vuistloos pandhouder

- Art. 715 BRv lid 2: termijnverlenging betekenen dagvaarding aan vennootschap

- Art. 721 BRv: termijnverlenging betekenen dagvaarding aan derde

Gegronde vrees voor verduistering moet worden gesteld bij:

- Art. 711 BRv lid 1: roerende zaken die geen registergoederen zijn, verhaal t.b.v. geldvordering

- Art. 711 BRv lid 1: rechten aan toonder of order, verhaal t.b.v. geldvordering (niet bij de houder van een wisselbrief, een orderbiljet of cheque, waarvan non-betaling door protest is vastgesteld)

- Art. 711 BRv lid 3: rechten waarvan de executie niet elders is geregeld

- Art. 714 BRv: aandelen op naam en effecten op naam die geen aandelen zijn

- Art. 725 BRv: onroerende zaken

- Art. 768 BRv lid 3: recht op goederen van de gemeenschap (maritaal beslag)

Gegronde vrees voor verduistering behoeft niet te worden gesteld bij:

- Art. 711 BRv lid 2: wissel, orderbiljet of cheque na protest van non-betaling

- Art. 718 BRv: derdenbeslag

- Art. 724 BRv: onder zichzelf

- Art. 728 BRv: schepen

- Art. 729d BRv: luchtvaartuigen

- Art 734 BRv lid 4: tot afgifte van zaken en levering van goederen

- Art. 765 BRv: vreemdelingenbeslag

Verplicht horen van beslagene geldt bij:

- Art. 709 BRv: aanstellen bewaarder bij beslag roerende zaken, niet zijnde registergoederen; let op de ‘tenzij-bepaling’

- Art. 720 BRv: loon en andere periodieke betalingen

Een beslag voor een geldvordering dient ertoe betaling van die vordering veilig te stellen. Indien de beslagene voldoende zekerheid stelt schiet het beslag zijn doel voorbij, zodat het des gevorderd ook moet worden opgeheven.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij art 730 BRv:

Art 3:301 BW

lid 1 1. Een uitspraak waarvan de rechter heeft bepaald dat zij in de plaats treedt van een tot levering van een registergoed bestemde akte of van een deel van een zodanige akte, kan slechts in de openbare registers worden ingeschreven, indien zij is betekend aan degene die tot de levering werd veroordeeld, en

a. in kracht van gewijsde is gegaan, of

b. uitvoerbaar bij voorraad is en een termijn van veertien dagen of zoveel korter of langer als in de uitspraak is bepaald, sedert de betekening van de uitspraak is verstreken.

lid 2. Verzet, hoger beroep en cassatie moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen acht dagen na het instellen van het rechtsmiddel worden ingeschreven in de registers, bedoeld in artikel 433 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In afwijking van artikel 143 van dat wetboek begint de verzettermijn te lopen vanaf de betekening van het vonnis aan de veroordeelde, ook als de betekening niet aan hem in persoon geschiedt.

lid 3. Indien de werking van een uitspraak als bedoeld in lid 1 door de rechter aan een voorwaarde is gebonden, weigert de bewaarder de inschrijving van die uitspraak, indien niet tevens een notariële verklaring of een authentiek afschrift daarvan wordt overgelegd, waaruit van de vervulling van de voorwaarde blijkt.

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 732 BRv jo. art 494 BRv:

De zevende afdeling (van conservatoir beslag tot afgifte van zaken en levering van goederen, art 730 t/m 737 (738 t/m 764 vervallen)) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft betrekking op reële executie (het afdwingen van een bepaalde prestatie of levering i.p.v. het te gelde maken van vermogensbestanddelen).

Art 734 BRv

lid 1 Op een beslag als bedoeld in deze afdeling zijn de voorschriften betreffende conservatoir beslag tot verhaal van geldvorderingen van overeenkomstige toepassing, behoudens voor zover dit zou leiden tot toepasselijkheid van de artikelen 447 , 448 en 505, derde lid , en 541 .

lid 2 In geval van overeenkomstige toepassing van artikel 444b treedt de waarde van het in beslag te nemen goed in de plaats van het bedrag van de vordering waarvoor beslag is gelegd.

lid 3 Artikel 474b is slechts van overeenkomstige toepassing ingeval uit hoofde van het recht waarvoor het beslag is gelegd, tevens recht op de in dat artikel bedoelde baten bestaat.

lid 4 In het in artikel 700, tweede lid , bedoelde verzoekschrift wordt het in beslag te nemen goed omschreven. Vrees voor verduistering behoeft niet te worden gesteld.

Art 735 BRv

lid 1 Een beslag als bedoeld in de voorgaande artikelen, gelegd ter verkrijging van levering van een goed, blijft van kracht totdat hetzij de levering heeft plaatsgevonden, hetzij zes maanden zijn verstreken, nadat in de hoofdzaak een beslissing is verkregen die een executoriale titel oplevert en die in kracht van gewijsde is gegaan.

lid 2 Een beslag als bedoeld in de voorgaande artikelen van deze afdeling op een roerende zaak die geen registergoed is, gaat krachtens artikel 704, eerste lid , over in een executoriaal beslag als bedoeld in artikel 492 , indien de door de beslaglegger verkregen executoriale titel tot afgifte strekt.

Toelichting op het begrip zekerheidstelling door de beslagene.

Met de vermelding van het maximumbedrag is niet beoogd het maximale bedrag aan te geven waarvoor het beslag mag worden gelegd, maar het bedrag waarvoor de beslaglegger een vordering op de beslagdebiteur pretendeert en verhaal beoogt te zoeken. Een andere opvatting, namelijk dat het aangegeven maximum-bedrag de maximale hoogte bepaalt van het te leggen beslag, zou kunnen meebrengen dat een schuldeiser in haar recht van verhaal zou worden beknot ingeval ook andere crediteuren hun verhaalsrechten zouden uitoefenen. Niet kan worden aangenomen dat de wetgever een dergelijke afwijking van de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziene regeling van het conservatoir beslag heeft gewild (LJN AU4691, Hoge Raad, uitspraak: 31-01-2006)

Opmerking(en)/aanverwant(e) wetsartikel(en)/ evt. toelichting(en) bij akte van art 734 BRv jo. art 711 BRv jo. art 440/443/504 BRv:

De zevende afdeling (van conservatoir beslag tot afgifte van zaken en levering van goederen, art 730 t/m 737 (738 t/m 764 vervallen)) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft betrekking op reële executie (het afdwingen van een bepaalde prestatie of levering i.p.v. het te gelde maken van vermogensbestanddelen).

Toelichting op het begrip zekerheidstelling door de beslagene.

Met de vermelding van het maximumbedrag is niet beoogd het maximale bedrag aan te geven waarvoor het beslag mag worden gelegd, maar het bedrag waarvoor de beslaglegger een vordering op de beslagdebiteur pretendeert en verhaal beoogt te zoeken. Een andere opvatting, namelijk dat het aangegeven maximum-bedrag de maximale hoogte bepaalt van het te leggen beslag, zou kunnen meebrengen dat een schuldeiser in haar recht van verhaal zou worden beknot ingeval ook andere crediteuren hun verhaalsrechten zouden uitoefenen. Niet kan worden aangenomen dat de wetgever een dergelijke afwijking van de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziene regeling van het conservatoir beslag heeft gewild (LJN AU4691, Hoge Raad, uitspraak: 31-01-2006).